Categoriearchief: Politiek

Kamerzetels vullen op basis van ledenaantallen

Opstel: Een ledengebaseerde verdeling van Kamerzetels in Nederland

Inleiding

Stel je voor dat Nederland zijn politieke systeem radicaal hervormt. In plaats van verkiezingen om de vier jaar, worden de 150 zetels in de Tweede Kamer verdeeld op basis van het aantal geregistreerde leden van politieke partijen.
Elke inwoner mag zich gratis registreren bij één partij en, tegen een kleine jaarlijkse bijdrage, twee extra partijen steunen.

Een belangrijke voorwaarde is dat alle deelnemende partijen statutaire verenigingen zijn met een democratisch gekozen bestuur. Zo wordt gewaarborgd dat alleen transparante en intern democratische organisaties invloed kunnen uitoefenen op de nationale besluitvorming.


Werking in cijfers

Nederland telt ongeveer 14 miljoen stemgerechtigde inwoners. Hun registratie bij politieke partijen bepaalt direct hoeveel zetels elke partij krijgt.
De zetelverdeling wordt bijvoorbeeld jaarlijks herzien, op basis van gecontroleerde ledencijfers.

Een hypothetische verdeling: (zie opmerking *)

Partij Aantal leden / steuners Aandeel (%) Zetels (van 150)
VVD 2.100.000 15,0% 23
GroenLinks-PvdA 1.950.000 13,9% 21
PVV 1.680.000 12,0% 18
D66 1.260.000 9,0% 14
NSC 1.050.000 7,5% 11
BBB 840.000 6,0% 9
SP 840.000 6,0% 9
CDA 700.000 5,0% 8
PvdD 560.000 4,0% 6
Volt 420.000 3,0% 5
DENK 280.000 2,0% 3
SGP 280.000 2,0% 3
Overige partijen 1.050.000 7,5% 11
Totaal 14.000.000 100% 150

Systeemvoorwaarden en minimumaantallen

Om het systeem werkbaar en democratisch te houden, moet worden vastgelegd aan welke voorwaarden partijen moeten voldoen om deel te nemen.

1. Democratische organisatievorm

Alle deelnemende partijen moeten:

  • Statutair zijn vastgelegd als vereniging;

  • Een democratisch gekozen bestuur hebben;

  • Jaarlijks verslag uitbrengen van hun interne verkiezingen en financiën.

Hiermee wordt voorkomen dat partijen zonder interne democratie of met autoritaire structuren invloed krijgen.

2. Minimumaantallen leden

Zonder drempel zou het parlement al snel versnipperen in honderden microfracties.
Daarom zijn drie logische treden denkbaar:

Niveau Minimum aantal leden Toelichting
Erkenning als partij 5.000 Toegang tot het systeem; basisvereiste voor toezicht en subsidie.
Toelating tot zetelverdeling 25.000 Bewijst substantiële maatschappelijke steun.
Eerste zetel (1/150 van totaal) ±93.000 Theoretisch aantal leden dat nodig is voor één zetel bij 14 miljoen registraties.

Een partij met minder dan 25.000 leden mag dus wel bestaan, maar krijgt geen Kamerzetel.
Pas bij circa 93.000 leden ontstaat recht op de eerste zetel.
Deze drempels zorgen voor bestuurbaarheid, waarborgen serieuze deelname en bevorderen transparantie.


Voordelen van dit systeem

1. Continu democratisch mandaat

In tegenstelling tot verkiezingen, die slechts één momentopname zijn, weerspiegelt dit systeem de voortdurende steun van de bevolking.
Burgers kunnen hun lidmaatschap wijzigen zodra hun voorkeur verandert, waardoor politieke legitimiteit voortdurend wordt getoetst.

2. Sterkere burgerbetrokkenheid

Partijen worden echte maatschappelijke verenigingen.
Omdat leden rechtstreeks invloed hebben op het zetelaantal, krijgen zij een tastbare reden om actief deel te nemen aan debatten, congressen en verkiezingen binnen hun partij.

3. Minder mediacampagnes, meer inhoud

Zonder verkiezingsraces verschuift de focus van kortetermijnmarketing naar inhoudelijke ledenbinding.
Partijen moeten vertrouwen winnen door transparant beleid en actieve participatie, niet door slogans.

4. Lagere kosten

De organisatie van verkiezingen kost tientallen miljoenen euro’s per cyclus.
Een ledenregistersysteem zou goedkoper zijn en continu kunnen draaien onder toezicht van een onafhankelijke kiesautoriteit.

5. Flexibiliteit en dynamiek

De zetelverdeling kan bijvoorbeeld elk kwartaal worden geactualiseerd.
Zo beweegt de politieke samenstelling mee met de actuele steun in de samenleving.

6. Strategisch stemmen verdwijnt

In dit systeem hoeft niemand meer strategisch te stemmen.
Elke burger registreert zich bij de partij die het beste bij zijn overtuigingen past — zonder angst dat de stem “verloren” gaat.
Dat maakt de politiek inhoudelijker: partijen worden beloond voor overtuigingskracht en ledenbinding, niet voor tactiek.
Wel kan dit leiden tot sterkere ideologische kampen, omdat kiezers zich langdurig aan één partij verbinden in plaats van te wisselen tussen meerdere partijen bij verkiezingen.


Nadelen en risico’s

1. Kans op beïnvloeding of machtsconcentratie

Rijke organisaties kunnen mensen financieel stimuleren om lid te worden of lidmaatschappen inkopen.
Er zijn dus strenge controles en transparantie nodig om koopdemocratie te voorkomen.

2. Minder duidelijke verantwoordingsmomenten

Verkiezingen bieden een symbolisch en emotioneel ijkpunt waarop het volk zijn oordeel velt.
Een permanent systeem van ledenverschuivingen kan leiden tot politieke vermoeidheid of gebrek aan overzicht.

3. Ongelijkheid door betaalde steun

Als burgers tegen betaling extra partijen mogen steunen, krijgen rijkere burgers in feite meer invloed.
Een oplossing is om alle steunregistraties gratis te maken, of om extra steun slechts gedeeltelijk mee te laten tellen.

4. Administratieve en privacyrisico’s

Een centraal ledenregister met miljoenen namen vraagt om robuuste beveiliging en onafhankelijke controle.
Transparantie en gegevensbescherming zijn onmisbaar om misbruik te voorkomen.

5. Risico op versnippering

Zonder duidelijke drempels zouden talloze kleine verenigingen ontstaan.
De minimumvereisten van 25.000–93.000 leden per partij zijn dus essentieel om bestuurbaarheid te behouden.


Overeenkomsten met andere systemen

  1. Corporatistische modellen (Oostenrijk, Singapore): maatschappelijke organisaties krijgen invloed op beleid naar verhouding van hun leden.

  2. Directe democratie in Zwitserland: burgers hebben voortdurend invloed via referenda — een continu-democratisch principe.

  3. Partijwetgeving in Duitsland en Scandinavië: partijen moeten intern democratisch zijn, net als in dit voorstel.

  4. Digitale participatiesystemen (Piratenpartij, IJsland): leden stemmen online over beleid — dit systeem zou dat idee op nationaal niveau tillen.


Reflectie en varianten

Om nadelen te beperken, kan een hybride model worden overwogen:

  • 100 zetels via reguliere verkiezingen (momentopname, publieke legitimatie);

  • 50 zetels via ledenaantallen van democratische verenigingen (structurele betrokkenheid).

Zo behoudt Nederland zowel stabiliteit als continu democratische vernieuwing.


Conclusie

Een systeem waarin Kamerzetels worden verdeeld op basis van ledenaantallen van democratisch georganiseerde verenigingen zou burgerbetrokkenheid kunnen verdiepen en de band tussen samenleving en politiek versterken.
Tegelijk vraagt het om strenge eisen: minimumaantallen leden, interne democratie, financiële transparantie en gegevensbescherming.

Het is een prikkelende gedachte-exercitie:
wat als politieke macht niet langer periodiek wordt verleend via stemmen, maar voortdurend wordt verdiend via ledenvertrouwen?
Zo’n systeem zou Nederland kunnen veranderen van een representatieve democratie in een levende, participatieve ledenrepubliek.

Opmerkingen *)

De ledenaantallen zijn een schatting, geen weergave van echte ledencijfers.

Ik heb de aantallen in dat voorbeeld zo gekozen dat ze ongeveer overeenkomen met de verhoudingen tussen partijen zoals die de laatste jaren uit verkiezingsuitslagen en peilingen blijken — maar dan omgerekend naar een totaal van 14 miljoen geregistreerde burgers (het aantal stemgerechtigden in Nederland).

Met andere woorden:

  • De verhoudingen tussen de partijen (VVD iets groter dan GroenLinks-PvdA, gevolgd door PVV, D66 enz.) zijn realistisch,

  • De absolute aantallen leden (zoals “2,1 miljoen voor VVD”) zijn puur hypothetisch — in werkelijkheid hebben Nederlandse partijen veel minder leden (vaak tussen de 20.000 en 100.000).

Het doel van de tabel is dus om te laten zien hoe de zetelverdeling zou uitpakken als álle burgers lid waren van een partij, niet om echte ledencijfers weer te geven.

  • Het totaal aantal leden van de besproken partijen is ~393.066. Parlement+1

  • Omdat dit slechts ~2,9% is van de ~13,4 miljoen kiesgerechtigden. DNPP Repositories+1

  • Dus de zetelberekening hierboven is niet realistisch voor een systeem waar alle burgers onderdeel zouden zijn van de registratie-basis; het is vooral een voorbeeldwerking.

  • Dit toont aan dat in een ledengebaseerd zetelstelsel de bestaande partijen veel kleinere aantallen leden hebben dan wat benodigd zou zijn voor substantiële zetelverdeling in een volledig lidmaatschapsmodel (zoals eerder: ~93.000 leden voor 1 zetel bij 14 miljoen registraties).

hieronder staat een uitgebreide tabel met de actuele ledentallen per 1 januari 2025 (DNPP / RUG) en wat die aantallen hypothetisch zouden opleveren als je 150 Kamerzetels naar verhouding van die ledentallen zou verdelen.

Bron voor ledentallen: DNPP (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen), ledentallen per 1-1-2025. DNPP Repositories+1

Berekeningmethode: zetels = (partijleden ÷ totaal leden van alle partijen) × 150. Het totale ledental volgens DNPP is 393.066. De getoonde “Hypothetische zetels (decimaal)” zijn de exacte verhoudingswaarden (afgerond op 2 decimalen); daarnaast geef ik een afgerond heel-zetel-aantal (plotselinge afronding kan samen niet precies 150 geven).

Partij Ledental (1-1-2025) % van totaal leden Hypothetische zetels (decimaal) Hypothetische zetels (afrond)
FVD 60.163 15,31% 22,96 23
PvdA 47.869 12,18% 18,27 18
GroenLinks 46.508 11,83% 17,75 18
PvdD (Partij v.d. Dieren) 31.648 8,05% 12,08 12
SGP 30.573 7,78% 11,67 12
D66 29.673 7,55% 11,32 11
SP 28.737 7,31% 10,97 11
CDA 26.227 6,67% 10,01 10
ChristenUnie 23.975 6,10% 9,15 9
VVD 20.902 5,32% 7,98 8
Volt 16.109 4,10% 6,15 6
BBB 13.041 3,32% 4,98 5
NSC (Nieuw Sociaal Contract) 7.991 2,03% 3,05 3
BVNL 6.305 1,60% 2,41 2
BIJ1 5.276 1,34% 2,01 2
DENK 4.240 1,08% 1,62 2
JA21 3.637 0,93% 1,39 1
50PLUS 1.773 0,45% 0,68 1
PVV 0 0,00% 0,00 0
Totaal (alle partijen volgens DNPP) 393.066 100% 150,00 ±154 (door afronding)

Opmerkingen

  • De ledentallen en totaalsom (393.066) komen uit het DNPP-persbericht / dataset (per 1-1-2025). DNPP Repositories

  • De PVV heeft volgens DNPP geen leden (alleen de partijleider); daarom levert PVV in dit model 0 zetels. DNPP Repositories

  • De afgeronde zetelkolom is puur illustratief — afronding zorgt dat de som van de afgeronde zetels niet exact 150 hoeft te zijn (in mijn afronding hierboven komt dat uit op 154). Voor een formele zetelverdeling zou je een verdeelprocedure (bijv. d’Hondt, Sainte-Laguë of Hamilton/ largest remainders) moeten toepassen om exact 150 zetels toe te wijzen.

  • Praktische relevantie: in werkelijkheid is het gezamenlijke ledenaantal (≈393k) slechts ≈2,9% van het aantal kiesgerechtigden (DNPP/Parlement.com), dus bestaande partijen zouden in een volledig ledengebaseerd zetelstelsel veel te weinig leden hebben om grote aantallen zetels te claimen — tenzij je het systeem zo ontwerpt dat niet-leden ook kunnen registreren of dat het totaalbasis anders wordt genomen.

Krijg nou het apelazerus

41 WOORDEN BEGINNEN MET AAP

aap
aapt
aapje
aapte
aapgod
aapjes
aapten
aapmens
aapgoden
aapgodje
aapte na
aapachtig
aapgodjes
aapjesmos
aapmensen
aapmensje
aapachtige
aapachtigs
aapjeszeep
aapmensjes
aapachtigen
aapachtiger
aapachtigst
aapjessnuif
aapachtigere
aapachtigers
aapachtigste
aapjesgedrag
aapjesorchis
aapjesorkest
aap-noot-mies
aapachtigeren
aapachtigsten
aapjeskoetsier
aapjesorchisje
aapjesorkesten
aapjesorkestje
aapjeskoetsiers
aapjesorchisjes
aapjesorchissen
aapjesorkestjes

437 WOORDEN BEGINNEN MET APE

ape
apen
apex
apeel
apert
aperij
aperte
aperts
apexen
apexje
apezat
apekool
apenbek
apenbil
apenbos
apendom
apenhok
apenkop
apenoor
apenpak
apenpis
apenras
apenrok
apenvel
apenvet
apepsie
apercus
apertus
apetaal
apexjes
apezuur
apegapen
apekolen
apenbaby
apenbeul
apenbont
apenboom
apendarm
apenfoto
apengeld
apenhaar
apenhals
apenhart
apenhuid
apenhuis
apenjong
apenkaak
apenkind
apenkont
apenkooi
apenkots
apenkuur
apenland
apenlong
apenmaag
apenmelk
apenmuil
apenmunt
apennier
apennoot
apenoren
apenpaar
apenpoep
apenpoot
apenpots
apenrots
apenspel
apenstam
apentouw
apentuin
apenvolk
apenzang
apenzeik
aperijen
Aperture
apertuur
apetrots
apezatte
Apeldoorn
apenarend
apenbabys
apenbekje
apenbloed
apenbomen
apenbosje
apenbrein
apenbrood
apenfotos
apengatje
apengebit
apenharen
apenhokje
apenjaren
apenkaken
apenklier
apenkloot
apenkooie
apenkooit
apenkopje
apenkuren
apenlever
apenmagen
Apennijns
apennoten
apenpakje
apenparen
apenpoets
apenpoten
apenrasje
apenrokje
apensoort
apenurine
apenvacht
apenvlees
apeptisch
aperijtje
aperitief
aperturen
apestoned
apetrotse
apezatten
apekooltje
apelazarus
apenbakkes
apenbekjes
apenbekken
apenbeulen
apenbeulin
apenbillen
apenbosjes
apenbossen
apenbroden
apendarmen
apeneiland
apenembryo
apenfoetus
apengatjes
apengedrag
apengenoom
apengezang
apengrijns
apenhalsje
apenhalzen
apenhanger
apenharten
apenhartje
apenhoedje
apenhokjes
apenhokken
apenhuiden
apenhuidje
apenhuisje
apenhuizen
apenjongen
apenjonkie
apenkaakje
apenkarkas
apenkiekje
apenkindje
apenkloten
apenkooide
apenkooien
apenkopjes
apenkoppen
apenlanden
apenlandje
apenlevers
apenliefde
apenlongen
apenmaagje
apenmuilen
apennieren
Apennijnen
apennootje
apenoortje
apenorkest
apenpakjes
apenpakken
apenpokken
apenpootje
apenpotsen
apenpotsje
apenrasjes
apenrassen
apenrokjes
apenrokken
apenrotsen
apenrotsje
apenschijt
apenspelen
apensprong
apenstaart
apenstreek
apenstront
apenstudie
apentouwen
apentronie
apentuinen
apenvellen
apenvolken
apenvolkje
apeptische
aperijtjes
aperitieft
aperitieve
apestonede
apestoneds
apetrotsen
apextarief
Apeirofobie
apekooltjes
Apeldoorner
apenarenden
apenarendje
apenbabytje
apenbeultje
apenboompje
apenbreinen
apenbroekje
apenbroodje
apendarmpje
apenembryos
apenfamilie
apengebitje
apengebroed
apengeiltje
apengenomen
apengezicht
apenhaartje
apenhalsjes
apenhangers
apenhartjes
apenhersens
apenhuidjes
apenhuisjes
apenjonkies
apenkaakjes
apenkiekjes
apenkindjes
apenklieren
apenklootje
apenkolonie
apenkooiden
apenkooiend
apenkooitje
apenkuurtje
apenlandjes
apenliefden
apenliefdes
apenmaagjes
apenmuiltje
apenniertje
apennootjes
apenoortjes
apenpaartje
apenpoetsen
apenpoetsje
apenpootjes
apenpotsjes
apenrotsjes
apensoorten
apensoortje
apenspellen
apenstammen
apenstreken
apenstudies
apentaaltje
apentouwtje
apentronies
apentuintje
apenvachten
apenvachtje
apenvolkjes
apeptischen
apercuutjes
aperiodisch
aperitiefde
aperitiefje
aperitieven
apertuurtje
apestoneden
apenarendjes
apenbabytjes
apenbakkesen
apenbakkesje
apenbeultjes
apenbilletje
apenboompjes
apenbreintje
apenbroekjes
apenbroodjes
apendarmpjes
apenechtpaar
apeneilanden
apeneilandje
apenfamilies
apenfoetusje
apenfotootje
apengebitjes
apengebitten
apengedaante
apengeiltjes
apengeslacht
apengrijnsje
apengrijnzen
apenhaartjes
apenhersenen
apeninstinct
apenkarkasje
apenkinderen
apenkliertje
apenklootjes
apenkolonien
apenkolonies
apenkooiende
apenkooitjes
apenkuurtjes
apenlevertje
apenlongetje
apenmuiltjes
apenniertjes
apenoppasser
apenorkesten
apenorkestje
apenpaartjes
apenpoetsjes
apensoortjes
apensprongen
apenstaarten
apenstaartje
apenstreekje
apentaaltjes
apentouwtjes
apentuintjes
apenvachtjes
apenvelletje
apenverdriet
apenvrouwtje
aperiodische
aperitiefden
aperitiefjes
aperitievend
apertuurtjes
apextariefje
apextarieven
apenbakkesjes
apenbeulinnen
apenbilletjes
apenbreintjes
apenbroodboom
apenechtparen
apeneilandjes
apenfoetusjes
apenfoetussen
apenfotootjes
apengedaanten
apengedaantes
apengenoompje
apengezichten
apengezichtje
apengrijnsjes
apenhangertje
apenkarkasjes
apenkarkassen
apenkliertjes
apenkooienden
apenlevertjes
apenliefdetje
apenlongetjes
apenoppassers
apenoppasster
apenorkestjes
apenpopulatie
apenspelletje
apenstaartjes
apenstammetje
apenstreekjes
apenstudietje
apentronietje
apenvelletjes
apenvertoning
apenverzorger
apenvrouwtjes
aperitiefstop
aperitiefwijn
aperitievende
apextariefjes
apenbroodbomen
apenembryootje
apenfamilietje
apengenoompjes
apengeslachten
apengeslachtje
apengezichtjes
apenhangertjes
apeninstincten
apeninstinctje
apenkolonietje
apenliefdetjes
apenobservatie
apenoppasseres
apenoppassters
apenpopulaties
apenspelletjes
apensprongetje
apenstammetjes
apenstudietjes
apentronietjes
apenverzorgers
aperitiefdrank
aperitiefhapje
aperitiefstops
aperitievenden
apenbeulinnetje
apenechtpaartje
apenembryootjes
apenfamilietjes
apengedaantetje
apengeslachtjes
apeninstinctjes
apenkolonietjes
apenobservaties
apenoppassertje
apensamenleving
apensprongetjes
apenvertoningen
apenvertoninkje
apenverzorgster
aperitiefhapjes
aperitiefstopje
aperitiefwijnen
apertuurantenne
aperitiefconcert
aperitiefconcerten
apenstaartgeneratie
aperitiefaperitieven
Apennijns Schiereiland

SPREEKWOORDEN

De aap scheren

Zich aanstellen, komedie spelen

De aap vlooien

Zijn geld tellen
Zijn spaarpenningen tellen

De aap aanspreken

Zijn spaargeld opmaken

Iemand voor de aap houden.(Voor aap staan)

Iemand voor de gek houden (Voor gek staan)

Klimmen als een aap

Deze zegswijze spreekt voor zich zelf

Een aangeklede aap

Iemand die opzichtig gekleed is
Een opvallend lelijk mens, die zich bespottelijk kleedt of zich zo deftig mogelijk uitdost

Een malle aap

Iemand die zich belachelijk aanstelt

Iemands aap zijn

Iemands handelingen dwaselijk navolgen
Iemand nabootsen, hem in alles na volgen

Iemand voor aap laten staan (Voor aap staan)

Ook wel: voor Jan de aap. De uitdrukking bedoelt: niet meegeteld worden in een gezelschap; zonder meer verlaten worden door degene, met wie men stond te praten. Een soortgelijke uitdrukking is: voor Piet Snot (laten) staan. Het woord ‘aap’ houdt hier hoogstwaarschijnlijk verband met de eveneens ongunstige uitdrukking: aap van een jongen

De aap vinden, binnen hebben of gevonden of de aap is gevlogen, de aap vlooien

Ook deze uitdrukkingen houden min of meer verband met elkaar. Hier wordt met ‘aap’ bedoeld een stenen spaarpot in de gedaante van een aap, welke men vroeger bezigde, zoals men thans nog wel stenen varkentjes gebruikt
De eerste uitdrukking betekent: het geld te pakken hebben, de tweede: goed af zijn, de derde : het geld is zoek
‘De aap vlooien’ wil zeggen: de spaarpot aanspreken, het geld verdelen, of – om bij het beeld te blijven – zoals de levende aap van zijn vlooien wordt verlost, zo wordt de stenen aap van zijn geld ontdaan. Ook wel: het geld stelen. Volgens anderen is de uitdrukking ontleend aan een 17de-eeuws spreekwoord: ‘ze zien op geen aap, die uit Oost-Indië komen’, d.i.: ze zijn niet karig, die rijk zijn
De oorspronkelijke betekenis is intussen vrijwel geheel verloren gegaan. De uitdrukking wordt thans nog gekscherend gebezigd in de zin van ‘tijdpassering’. ‘Wat zal ik nu eens doen?’ ‘Wel, ga de aap vlooien’, waarbij kennelijk gedoeld wordt op de dierlijke aap. Wat voor ‘vlooien’ wordt aangezien, is bij de apen niets anders dan het zoeken naar een zoutsmakende afscheiding in de poriën der huid

Hij heeft de aap gevonden

Hij is goed af

Een ouwe aap strikken

Iemand proberen om te vormen, die daartoe door zijn leeftijd niet meer geschikt is

De aap is gevlogen

Het geld is zoek

Zich een aap vervelen

Zich erg vervelen

Hij heeft de aap binnen

Hij heeft geld binnengekregen (meestal een erfenis)

Hij heeft de aap beet

Hij heeft het geld (de schat) binnen

In de aap gelogeerd zijn

In moeilijkheden geraakt zijn
In moeilijkheden zitten; er slecht aan toe zijn; slecht behandeld worden
Dit spreekwoord betekent gewoonlijk: het kind van de rekening, de dupe der historie zijn, bedrogen uitkomen, er slecht aan toe zijn. Kiest een herbergier een aap – symbool van snaaksheid, ondeugendheid, karikatuur – als uithangbord, dan zijn zijn gasten voor hun plezier uit; zij krijgen een slechte bediening voor een hoop geld, ‘zij zijn in de vliegende Harlekijn gelogeerd’ (spreekwoord van gelijke betekenis, doch in onbruik geraakt). Volgens anderen moet men hier bij ‘aap’ denken aan het aldus genoemde ‘stormbezaanstagzeil’ en zou de uitdrukking dus kunnen betekenen: met storm op zee zijn, en bij uitbreiding: in onaangename, benarde omstandigheden verkeren. Dit laatste nu betekent zij werkelijk; maar gewoonlijk wordt zij spottend gebruikt, daar men er in de regel mee te kennen geeft dat men van de niet benijdenswaardige toestand, waarin men verkeert, zelf de oorzaak is

Een aap van een jongen

Een brutale, vrijpostige, onhebbelijke jongen. Soms wordt ook gesproken van: een brutale aap

De aap binnen hebben

hij heeft de aap binnen: hij heeft het geld ontvangen, hij heeft het geld in zijn bezit.

Aap, wat heb je mooie jongen

Vleierij met de bedoeling iets gedaan te krijgen

Een flinke verandering is toch geen schande?

In juni 2020, amper een half jaar na het begin van de pandemie, staat de wereld er anders voor. Binnen dit korte tijdsbestek heeft VANAF-19 zowel belangrijke veranderingen teweeggebracht als de breuklijnen vergroot die onze economieën en samenlevingen al teisteren. Toenemende ongelijkheden, een wijdverbreid gevoel van oneerlijkheid, toenemende geopolitieke scheidslijnen, politieke polarisatie, stijgende overheidstekorten en hoge schuldenniveaus, ineffectief of niet-bestaand mondiaal bestuur, buitensporige financialisering, aantasting van het milieu: dit zijn enkele van de belangrijkste uitdagingen die vóór de pandemie bestonden. De coronacrisis heeft ze allemaal verergerd. Zou het VANAF-19-debacle de bliksem voor de donder kunnen zijn? Zou het de kracht kunnen hebben om een reeks diepgaande veranderingen te ontsteken? We kunnen niet weten hoe de wereld er over 10 maanden uit zal zien, laat staan hoe het er over 10 jaar uit zal zien, maar wat we wel weten is dat tenzij we iets doen om de wereld van vandaag te herstarten, die van morgen diep zal worden getroffen. In Gabriel Garcia Marquez’ Kroniek van een voorzegde dood voorziet een heel dorp een dreigende catastrofe, en toch lijkt geen van de dorpelingen in staat of bereid om te handelen om het te voorkomen, totdat het te laat is. Dat dorp willen we niet zijn. Om zo’n lot te vermijden, moeten we onverwijld een flinke verandering gang zetten. Dit is geen “nice-to-have” maar een absolute noodzaak. Het niet aanpakken en oplossen van de diepgewortelde kwalen van onze samenlevingen en economieën kan het risico vergroten dat, zoals door de geschiedenis heen, uiteindelijk een herstart zal worden opgelegd door gewelddadige schokken zoals conflicten en zelfs revoluties. Het is onze plicht om de koe bij de horens te vatten. De pandemie geeft ons deze kans: het “vertegenwoordigt een zeldzame maar smalle kans om onze wereld te reflecteren, opnieuw te verbeelden en te herstarten”. [165]

De diepe crisis veroorzaakt door de pandemie heeft ons volop kansen gegeven om na te denken over hoe onze economieën en samenlevingen werken en de manieren waarop ze dat niet doen. Het oordeel lijkt duidelijk: we moeten veranderen; we moeten veranderen. Maar kunnen we dat wel? Zullen we leren van de fouten die we in het verleden hebben gemaakt? Opent de pandemie de deur naar een betere toekomst? Krijgen we ons mondiale huis op orde? Simpel gezegd, zullen we een flinke verandering in gang zetten? Herstarten is een ambitieuze taak, misschien te ambitieus, maar we hebben geen andere keuze dan ons uiterste best te doen om het te bereiken. Het gaat erom de wereld minder verdelend, minder vervuilend, minder destructief, inclusiever, rechtvaardiger en eerlijker te maken dan we haar in het pre-pandemische tijdperk hebben achtergelaten. Niets of te weinig doen is slaapwandelen naar steeds meer sociale ongelijkheid, economische onevenwichtigheden, onrecht en aantasting van het milieu. Als we niets zouden doen, zou dat neerkomen op het toestaan van onze wereld om gemener, verdeelder, gevaarlijker, egoïstischer en gewoon ondraaglijk te laten worden voor grote delen van de wereldbevolking. Niets doen is geen haalbare optie.

Dat gezegd hebbende, een flinke verandering is verre van een voltooide deal. Sommigen verzetten zich misschien tegen de noodzaak om eraan deel te nemen, bang voor de omvang van de taak en hoopvol dat het gevoel van urgentie zal verdwijnen en de situatie snel weer “normaal” zal worden. Het argument voor passiviteit gaat als volgt: we hebben soortgelijke schokken – pandemieën, harde recessies, geopolitieke scheidslijnen en sociale spanningen – eerder meegemaakt en we zullen er weer doorheen komen. Zoals altijd zullen samenlevingen opnieuw opbouwen, en dat geldt ook voor onze economieën. Het leven gaat door! De reden om niet te herstarten is ook gebaseerd op de overtuiging dat de toestand van de wereld niet zo slecht is en dat we gewoon een paar dingen aan de randen moeten repareren om het beter te maken. Het is waar dat de toestand van de wereld vandaag gemiddeld aanzienlijk beter is dan in het verleden. We moeten erkennen dat we het als mens nog nooit zo goed hebben gehad. Bijna alle sleutelindicatoren die onze collectieve welvaart meten (zoals het aantal mensen dat in armoede leeft of sterft in conflicten, het bbp per hoofd van de bevolking, de levensverwachting of geletterdheid, en zelfs het aantal sterfgevallen veroorzaakt door pandemieën) zijn de afgelopen eeuwen voortdurend verbeterd, indrukwekkend in de afgelopen decennia. Maar ze zijn “gemiddeld” verbeterd – een statistische realiteit die zinloos is voor degenen die zich buitengesloten voelen (en zo vaak worden). Daarom kan de overtuiging dat de wereld van vandaag beter is dan ooit tevoren, hoewel correct, niet dienen als een excuus om troost te vinden in de status quo en er niet in te slagen de vele kwalen op te lossen die haar blijven teisteren.

De tragische dood van George Floyd (een Afro-Amerikaan die in mei 2020 door een politieagent werd gedood) illustreert dit punt levendig. Het was de eerste dominosteen of de laatste strohalm die een gedenkwaardig kantelpunt markeerde waarop een opgehoopt en diepgaand gevoeld gevoel van oneerlijkheid door de Amerikaanse Afro-Amerikaanse gemeenschap uiteindelijk explodeerde in massale protesten. Zou het wijzen op hen dat hun lot vandaag de dag “gemiddeld” beter is dan in het verleden, hun woede hebben gesust? Natuurlijk niet! Wat belangrijk is voor Afro-Amerikanen is hun situatie vandaag, niet hoeveel hun toestand is “verbeterd” in vergelijking met 150 jaar geleden toen veel van hun voorouders in slavernij leefden (het werd afgeschaft in de VS in 1865), of zelfs 50 jaar geleden toen trouwen met een blanke Amerikaan illegaal was (interraciale huwelijken werden pas legaal in alle staten in 1967). Twee punten zijn relevant voor een flinke verandering in deze: 1) onze menselijke acties en reacties zijn niet geworteld in statistische gegevens, maar worden in plaats daarvan bepaald door emoties en sentimenten – verhalen sturen ons gedrag; en 2) naarmate onze menselijke conditie verbetert, neemt onze levensstandaard toe en daarmee ook onze verwachtingen voor een beter en eerlijker leven.

In die zin weerspiegelen de wijdverspreide sociale protesten die plaatsvonden in juni 2020 de dringende noodzaak om aan een flinke verandering te beginnen. Door een epidemiologisch risico (VANAF-19) te verbinden met een maatschappelijk risico (protesten), maakten ze duidelijk dat in de wereld van vandaag de systemische connectiviteit tussen risico’s, problemen, uitdagingen en ook kansen ertoe doet en de toekomst bepaalt. In de eerste maanden van de pandemie is de publieke aandacht begrijpelijkerwijs gericht geweest op de epidemiologische en gezondheidseffecten van VANAF-19. Maar in de toekomst liggen de meest consequente problemen in de aaneenschakeling van de economische, geopolitieke, maatschappelijke, milieu- en technologische risico’s die zullen voortvloeien uit de pandemie en hun voortdurende impact op bedrijven en individuen.

Het valt niet te ontkennen dat het VANAF-19-virus vaker wel dan niet een persoonlijke catastrofe is geweest voor de miljoenen die ermee zijn geïnfecteerd, en voor hun families en gemeenschappen. Op mondiaal niveau is de coronacrisis echter , als we kijken naar het percentage van de wereldbevolking dat wordt getroffen, (tot nu toe) een van de minst dodelijke pandemieën die de wereld de afgelopen 2000 jaar heeft meegemaakt. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de gevolgen van VANAF-19 in termen van gezondheid en mortaliteit mild zijn in vergelijking met eerdere pandemieën, tenzij de pandemie zich op een onvoorziene manier ontwikkelt. Eind juni 2020 (op een moment dat de uitbraak nog steeds woedt in Latijns-Amerika, Zuid-Azië en een groot deel van de VS) heeft VANAF-19 minder dan 0,006% van de wereldbevolking gedood. Om dit lage cijfer in context te plaatsen in termen van dodelijkheid, de Spaanse griep doodde 2,7% van de wereldbevolking en HIV / AIDS 0,6% (van 1981 tot vandaag). De pest van Justinianus vanaf het begin in 541 totdat het uiteindelijk verdween in 750 doodde bijna een derde van de bevolking van Byzantium volgens verschillende schattingen, en de Zwarte Dood (1347-1351) wordt beschouwd als tussen 30% en 40% van de wereldbevolking op dat moment. De coronapandemie is anders. Het vormt geen existentiële bedreiging, of een schok die decennialang zijn stempel zal drukken op de wereldbevolking. Het brengt echter om alle reeds genoemde redenen zorgelijke perspectieven met zich mee; in de onderling afhankelijke wereld van vandaag, riskeren ze zich met elkaar te vermengen, hun wederzijdse effecten te versterken en hun gevolgen te vergroten. Veel van wat er gaat komen is onbekend, maar we kunnen zeker zijn van het volgende: in de postpandemische wereld zullen vragen van rechtvaardigheid op de voorgrond treden, variërend van stagnerende reële inkomens voor een overgrote meerderheid tot de herdefiniëring van onze sociale contracten. Evenzo zullen diepe zorgen over het milieu of vragen over hoe technologie kan worden ingezet en bestuurd ten behoeve van de samenleving hun weg naar de politieke agenda forceren. Al deze problemen dateerden van vóór de pandemie, maar VANAF-19 heeft ze zowel blootgelegd voor iedereen om ze te zien als versterkt. De richting van de trends is niet veranderd, maar in de nasleep van VANAF-19 is het een stuk sneller gegaan.

De absolute voorwaarde voor een goede herstart is meer samenwerking en samenwerking binnen en tussen landen. Samenwerking – een “uiterst menselijk cognitief vermogen” dat onze soort op zijn unieke en buitengewone traject zet – kan worden samengevat als “gedeelde intentionaliteit” om samen te handelen naar een gemeenschappelijk doel. [166] We kunnen eenvoudigweg niet verder zonder. Zal het post-pandemische tijdperk gekenmerkt worden door meer of minder samenwerking? Er bestaat een zeer reëel risico dat de wereld morgen nog meer verdeeld, nationalistisch en vatbaar voor conflicten zal zijn dan nu het geval is. Veel van de trends die in het macrogedeelte worden besproken, suggereren dat onze wereld in de toekomst minder open en minder coöperatief zal zijn dan vóór de pandemie. Maar er is een alternatief scenario mogelijk, een scenario waarin collectieve actie binnen gemeenschappen en meer samenwerking tussen landen een snellere en vreedzamere uitweg uit de coronacrisis mogelijk maken. Naarmate de economieën weer op gang komen, is er een kans om meer maatschappelijke gelijkheid en duurzaamheid in het herstel te verankeren, de vooruitgang in de richting van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen voor 2030 te versnellen in plaats van te vertragen en een nieuw tijdperk van welvaart te ontketenen. [167] Wat zou dit mogelijk kunnen maken en de waarschijnlijkheidskansen ten gunste van een dergelijke uitkomst kunnen verhogen?

Het zien van de mislukkingen en breuklijnen in het wrede daglicht van de coronacrisis kan ons dwingen om sneller te handelen door mislukte ideeën, instellingen, processen en regels te vervangen door nieuwe die beter zijn afgestemd op de huidige en toekomstige behoeften. Dit is de essentie van de Flinke Veranderinfg. Kan de wereldwijd gedeelde ervaring van de pandemie helpen om enkele van de problemen te verlichten waarmee we werden geconfronteerd toen de crisis begon? Kan er een betere samenleving uit de lockdowns komen? Amartya Sen, laureaat van de Nobelprijs voor de Economie, denkt van wel en gelooft dat: “De noodzaak om samen te handelen zeker een waardering kan genereren voor de constructieve rol van publieke actie,” [168] als bewijs enkele voorbeelden zoals de Tweede Wereldoorlog die mensen het belang van internationale samenwerking hebben doen beseffen, en landen zoals het VK overtuigen van het voordeel van beter gedeeld voedsel en gezondheidszorg (en de uiteindelijke oprichting van de verzorgingsstaat). Jared Diamond, de auteur van Upheaval: How Nations Cope with Crisis and Change, is van dezelfde mening en hoopt dat de coronacrisis ons zal dwingen om vier existentiële risico’s aan te pakken waarmee we collectief worden geconfronteerd: 1) nucleaire bedreigingen; 2) klimaatverandering; 3) het niet-duurzame gebruik van essentiële hulpbronnen zoals bossen, zeevruchten, bovengrond en zoet water; en 4) de gevolgen van de enorme verschillen in levensstandaard tussen de volkeren van de wereld: “Hoe vreemd het ook mag lijken, de succesvolle oplossing van de pandemische crisis kan ons motiveren om die grotere problemen aan te pakken die we tot nu toe niet onder ogen hebben gezien. Als de pandemie ons eindelijk voorbereidt om met die existentiële bedreigingen om te gaan, kan er een zilveren randje zijn aan de zwarte wolk van het virus. Onder de gevolgen van het virus zou het de grootste, de meest blijvende kunnen blijken te zijn – en onze grote reden voor hoop”. [169]

Deze uitingen van individuele hoop worden ondersteund door een veelheid aan enquêtes die concluderen dat we collectief verandering verlangen. Ze variëren van een peiling in het Verenigd Koninkrijk waaruit blijkt dat een meerderheid van de mensen de economie fundamenteel wil veranderen terwijl deze zich herstelt, in tegenstelling tot een vierde die wil dat het terugkeert naar hoe het was, [170] tot internationale enquêtes waaruit blijkt dat een grote meerderheid van de burgers over de hele wereld wil dat het economisch herstel van de coronacrisis prioriteit geeft aan klimaatverandering [171] en een groen herstel ondersteunt. [172] Wereldwijd nemen bewegingen toe die een “betere toekomst” eisen en oproepen tot een verschuiving naar een economisch systeem dat prioriteit geeft aan ons collectieve welzijn boven louter bbp-groei.

We staan nu op een kruispunt. Eén pad zal ons naar een betere wereld leiden: inclusiever, rechtvaardiger en met meer respect voor Moeder Natuur. De andere neemt ons mee naar een wereld die lijkt op de wereld die we zojuist hebben achtergelaten – maar erger en constant achtervolgd door vervelende verrassingen. We moeten het dus goed doen. De dreigende uitdagingen kunnen meer gevolgen hebben dan we ons tot nu toe hebben voorgesteld, maar ons vermogen om te herstarten zou ook groter kunnen zijn dan we eerder hadden durven hopen.

NOOT:

Automatische vertaling met handmatige correcties van de conclusie van het boek http://reparti.free.fr/schwab2020.pdf
Hier het andere boek van KS
https://law.unimelb.edu.au/__data/assets/pdf_file/0005/3385454/Schwab-The_Fourth_Industrial_Revolution_Klaus_S.pdf

Ik ga hier zelf geen commentaar op geven. In de boek3n van K.S. is geen enkele keer een een verwijzing voorgekomen naar “Basic Income” “Citizens Dividend” ‘Freedom Dividend” “ownership” “you own nothing”.
Ik heb zelf alleen de conclusie gelezen, en daaruit maak ik geen samenzwering op, alleen een uitdaging voor wereldverbetering.

Maar  misschien krijg je een ander idee na het zien van dit filmpje: