In 1989 hebben de Verenigde Naties (VN) het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) opgesteld. Dit wordt het Kinderrechtenverdrag genoemd. Nederland heeft dit verdrag, samen met bijna alle landen in de wereld, ondertekend. In het verdrag, dat uit 54 artikelen bestaat, staan de kinderrechten beschreven. Bijna alle aspecten van het leven voor kinderen komen aan de orde. De onderwerpen zijn onder te verdelen in drie categorieën:
Voorzieningen. Kinderen hebben recht op gratis en goed onderwijs, goede en bereikbare gezondheidszorg en opvang;
Bescherming. Kinderen hebben recht op bescherming tegen mishandeling, uitbuiting, verwaarlozing, kinderarbeid, oorlogsgeweld, handel en slavernij;
Participatie. Kinderen hebben er recht op te worden betrokken bij wat kinderen aangaat. Ze hebben recht op vrije meningsuiting en mogen meepraten en meebeslissen over zaken die hen aangaan.
Het complete Kinderrechtenverdrag staat in begrijpelijke taal in het Blauwe boekje.[1]