Categoriearchief: Geschiedenis

Pauperparadijs – Participatiemaatschappij – Basisinkomen

Gisteravond  de openluchtvoorstelling gezien van Het Pauperparadijs binnen de bebouwing van het Gevangenismuseum in Veenhuizen. Het was een indrukwekkende voorstelling. Ik kende het boek niet van Suzanna Jansen. Op deze historische locatie in Veenhuizen, daar waar de paupers daadwerkelijk leefden, speelt Het Pauperparadijs. Dit snerpend actuele muziektheater met tekst en regie van Tom de Ket (van o.a. De Verleiders), dramaturgie van Suzanna Jansen, prachtige muziek van Lavalu, geeft een maatschappijkritische blik op verleden, heden, en voor wie daar oog voor heeft, ook de toekomst!

Op zoek naar de feiten over haar afkomst stuit de auteur op een verborgen stuk Nederlandse geschiedenis: een uniek heropvoedingsexperiment in de Drentse nederzetting Veenhuizen, waaraan haar voorouders zijn blootgesteld. In drie enorme gestichten werden vanaf 1823 tienduizenden arme stadsgezinnen gedrild tot nuttige burgers. Maar wat begon als een bevlogen plan om de onderklasse te verheffen, veranderde al snel in een fuik.

Via een terugblik op het ontstaan van de Maatschappij van Weldadigheid (MvW) worden naast de geschiedenis van de armoedebestrijding van de MvW en de mede-en tegenstand door de politiek van het net onstane Nederland en Nederlands Indië, ook blikken geworpen op de hedendaagse misstanden van de participatiemaatschappij, de hedendaagse politiek, de vluchtelingensituatie in het nu.

Een parallel kan getrokken worden op een visie die al tijden bestaat op een andere manier van armoedebestrijding: Het Basisinkomen. Dat we nu de manier hoe er in het Pauperparadijs met mensen omgegaan werd onterend vinden, zo kunnen we in de toekomst terugkijken op de huidige participatiemaatschappij: Hoe hebben we dat ooit kunnen doen? Waarom hebben we de idealen niet beter ondersteund? Waarom speelt geld altijd de leidende rol?
Het zijn de visionairs die beter moeten worden ondersteund, of ze nou Johannes van den Bosch, Teunis Gijben of Rutger Bregman heten!

Meer info:

 

Wat betekent de naam ‘Pinksteren’?

In onze taal is de betekenis van deze naamgeving minder evident dan bijvoorbeeld in het Engels, Frans of Spaans. Daar heet dit feest respectievelijk Pentecost, Pentecôte en Pentecostés. Deze naamgevingen zijn direct te herleiden naar het Oudgriekse woord voor vijftigste: Πεντηκοστή, wat getranslitereerd ‘Pentekoste’ is. Deze aanduiding is zeer feitelijk, want wanneer we Pasen (of Paaszondag) tellen als dag 1, dan is Pinksteren (of Pinksterzondag) inderdaad altijd dag 50. Pinksteren is dus gewoon de 50e dag vanaf Pasen. De naam ‘Pinksteren’ is daarmee niets anders dan een verbasterd telwoord, namelijk ‘vijftigste’ (dag vanaf Pasen). In het Vlaams wordt dit feest daarom ook wel aangeduid als ‘sinxen’, wat een verbastering is van het Franse woord voor vijftigste: cinquante, afgeleid van het Latijnse cinquagesima.

Maar waarom heet dit feest in het Nederlands dan toch ‘Pinksteren’ en niet bijvoorbeeld ‘Pentekosteren’? Laten we eens de naamgevingen ervan in de talen ten oosten en noorden van ons onderzoeken. In het Duits is het Pfingsten, in het Deens en Noors Pinsen en in het Zweeds Pingst. In zowel het Fries als het Gronings heet dit feest vandaag de dag nog altijd Pinkster, en in onze oude taal kwamen (geschreven) namen voor als pinxten, pincsten, pinxtren en pincxteren.

Zelf vind ik de naam ‘Pinkster’ veel beter dan ‘Pinksteren’. Het is niet alleen korter, maar de extra ‘-en’ aan het einde heeft volstrekt geen toegevoegde waarde. Waarom zouden we immers woorden onnodig lang maken? Dat is toch pure verkwisting! Hierop voortbordurend ben ik het dan ook volledig eens met Herman Finkers (1954) wanneer hij stelt dat de woorden ‘kinderen’ en ‘eieren’ eveneens veel beter zonder de geheel overbodige extra ‘-en’ aan het einde kunnen, maar dat terzijde.

De gangbare theorie is dat onze taal terug te leiden zou zijn naar het Grieks. Maar in het boek ‘Het Geheim van Genesis’ maak ik aannemelijk dat het juist andersom is, en dat het Grieks is voortgekomen uit Oud-Germaans. Latijn is echter wel voortgekomen uit het Grieks, en daarom is er ook zo’n groot verschil tussen de van oorsprong Romaanse talen, zoals Spaans en Frans, en de van oorsprong Germaanse talen zoals Duits en Nederlands. De aanduiding van de feestdag van morgen onderstreept dit nog eens. De talen met een sterke band met hun Germaanse oorsprong hebben de naam van deze feestdag namelijk gebaseerd op die van onze kleinste vinger. Dat is althans mijn theorie.

Tel eens op de vingers van één hand tot vijf. Welke vinger is de vijfde? Precies: de pink. Ook in het Duits en het Deens wordt deze vijfde vinger aangeduid met ‘pink’. En wanneer iedere vinger voor tien telt, dan telt de pink voor vijftig. Dat is dus mijn verklaring voor de naam “pink”-ster(en).

Auteur: Johan Oldenkamp
http://www.pateo.nl/HTML/NL/Bulletin/Nieuwsbrief171.htm

plaatje: https://en.wikipedia.org/wiki/Rat_Pfink_a_Boo_Boo

De flinterdunne illusie van vrijheid

anarchy_loveIn onze westerse samenleving hoor je regelmatig statements als “we leven in een vrij land” en “je bent een vrij mens omdat je kunt kiezen hoe je je leven inricht.” In eerste instantie lijken dit soort statements behoorlijk valide maar dat geldt slechts zolang je niet dieper de materie induikt. Dan blijkt vrijheid namelijk een gefabriceerde illusie met als enig doel een verhoging van de productiviteit van een individu. Hier kom ik later nog op terug nadat ik ingegaan ben op waarom de gedachte van vrijheid mijns inziens niet klopt. Verder lezen