Misvattingen over het Basisinkomen: Onvoorwaardelijkheid staat voorop!

Basisinkomen krijgt in sommige kringen een slechte naam. Het zijn  niet de aloude misvattingen dat het onbetaalbaar is en dat je er lui van wordt. Die fase zijn we al voorbij.
Het grote vooroordeel gaat nu over het feit dat een basisinkomen een geschikt middel is dat door de heersende elite gebruikt gaat worden om mensen in de maatschappij onder controle te houden met een social credit systeem.

Niet voldoende gevaccineerd of te weinig deugpunten gekoppeld aan je QR-identiteit wordt dan een reden om je digitaal verkregen basisinkomen te verlagen of geheel buiten werking te stellen, want het contant geld is inmiddels afgeschaft volgens de “kenners”.

Berichten van deze strekking komen zijn schering en inslag in social media uitingen. Steekwoorden die daarbij hoorden zijn bijvoorbeeld WEF, weffia, The Great Reset, Build Back Better, New World Order, SDG’s, CBDC, QR-code, agenda 2030, Klaus Schwab, Bill Gates, Soros, China, communisme.

We kunnen als voorvechters van het Basisinkomen onze schouders daarover ophalen en denken’gek is lastig”. Helaas zien we dat dit soort geluiden flink beginnen door te sijpelen. Ook doet de overheid van alles dat het vertrouwen van de burger in die overheid flink afbreekt (Groningen, toeslagen, communicatie rond COVID), wat de voedingsbodem voor dit soort boodschappen versterkt.

Het idee van het Basisinkomen is niet een idee van het WEF en aanverwanten. Het is al een eeuwenoud idee . De Humanist Thomas More heeft in de 16e eeuw al geopperd om mensen een gegarandeerd minimum inkomen te geven. Echter in al die eeuwen is door de politiek en de kerk dit idee telkens in de doofpot beland. In Nederland was er in de 80ger jaren een opleving om het Basisinkomen op de politieke agenda te krijgen, maar via het Akkoord van Wassenaar is er een veto op invoering afgesproken. (b).
De grassrootbeweging voor het basisinkomen wordt op dit moment wederom tegengewerkt door de krachten aan de macht door het te koppelen aan de diverse agenda’s, maar dan als controleerbare uitkering. Dat is dus totaal niet wat de voorstanders van een onvoorwaardelijk basisinkomen willen.

Universal of Unconditional?
Universal Basic Income (UBI) is de term die in angelsaksiche landen veelal gebruikt wordt. Maar het gaat niet om universaliteit, dat is een kenmerk. In Europa hebben we het over een Unconditional Basic Income, ook UBI. Onvoorwaardelijk Basisinkomen (OBi) is de Nederlandse term, in Duitsland Bedingungsloses Grundeinkommen (BGE).

Onvoorwaardelijkheid van basisinkomen is een eis.

Als voorstanders van basisinkomen moeten we ons ernstig te weer stellen.
  1. We leggen nog beter uit wat wij bedoelen met basisinkomen (bijv. voor ieder individugeen toets op inkomen en vermogengeen tegenprestatieshoog genoeg om van te leven)  en waarom we dat belangrijk vinden
  2. We gaan weer consequent spreken over onvoorwaardelijk basisinkomen (met als nadeel dat je steeds weer uit moet leggen dat sommige voorwaarden wel mogen, zoals iets met leeftijd en iets met nationaliteit en migratie).
  3. We bekijken wat het WEF echt zegt in plaats van na te praten wat anderen zeggen dat ze zeggen.
  4. We duiken in verhalen over volledig digitaal geld. Hoe realistisch en riskant dat is.
  5. Maakt het voor de elite (als die echt de macht wil grijpen) iets uit of er basisinkomen is als ze volledige controle willen? In China lukt dat prima zonder BI.

Ad 4) Central Bank Digital Currency (CBDC) niet geschikt is voor het basisinkomen

De komende jaren zullen CBDC’s in veel landen worden geïntroduceerd. Het gerucht gaat dat deze valuta zal worden gebruikt om een ‘basisinkomen’ uit te keren. Dit lijkt misschien een goede zaak, maar CBDC’s zijn niet geschikt voor het basisinkomen, by design.

CBDC’s zijn alleen digitaal

Dit betekent dat de toegang tot en het gebruik van de munteenheid voorwaardelijk is: zonder een digitale ID en een regelmatig bijgewerkte applicatie heeft men geen toegang tot de digitale asset. Verder zullen veel biometrische gegevens in het systeem moeten worden geïntegreerd om ‘inclusief’ te zijn, bijvoorbeeld voor mensen die vrijwillig gebruik willen maken van de CBDCs, maar bijvoorbeeld een lichamelijke of verstandelijke beperking hebben. Omdat er geen keuzevrijheid zal zijn; je voldoet aan de eisen of krijgt geen toegang tot het geld, zullen mensen die hun gegevens niet in de cloud willen hebben of om wat voor reden dan ook fysiek geld willen gebruiken, geen toegang hebben tot een Basisinkomen via CBDC. Daarom kan het basisinkomen via CBDC’s nooit universeel of onvoorwaardelijk zijn. Het zal nooit voldoen aan de criteria van de BIEN-definitie van basisinkomen. In het beste geval kunnen CBDC’s worden gebruikt voor een voorwaardelijk inkomen. CBDC’s zijn programmeerbaar, wat betekent dat de activa kan worden geprogrammeerd om alleen voor bepaalde goederen of diensten te worden gebruikt. Zodra CBDC’s zijn geprogrammeerd voor bepaald gebruik, worden het vouchers. Niet alleen de valuta zelf is programmeerbaar, hetzelfde kan gebeuren met de portemonnee van de individuele gebruiker.

Met CBDC’s wordt fundamentele vrijheid van keuze waar het aan wordt uitgegeven en zelfs waar en wanneer men transacties kan doen opgegeven en onder controle van centrale banken geplaatst.

Dank aan Hilde Latour voor deze tekst!
https://basisinkomen.nl/waarom-de-central-bank-digital-currency-cbdc-niet-geschikt-is-voor-basisinkomen/

https://www.dnb.nl/innovatie-in-betalen-en-bankieren/digitale-euro-wat-waarom-en-hoe/

Contant geld moet goed bereikbaar en bruikbaar blijven

DNB heeft onder meer de wettelijke taak de goede werking van het betalingsverkeer te bevorderen en de geldsomloop van bankbiljetten en munten te verzorgen. Zolang er maatschappelijk behoefte is aan contant geld zal DNB de goede werking ervan bevorderen en willen borgen dat de chartale keten goed blijft functioneren. Dit laatste is gezien het huidige lage gebruik van contant geld aan de kassa niet langer vanzelfsprekend. De noodzakelijke infrastructuur dreigt te worden aangetast, wat negatieve gevolgen voor de bereikbaarheid en de acceptatie van contant geld kan hebben. DNB geeft daarom opdracht voor een onafhankelijk onderzoek naar en advies over de chartale infrastructuur voor de middellange termijn, zoals ook is aanbevolen in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer eerder dit jaar. Dit onderzoek en advies omvat de gehele keten voor bankbiljetten en munten en de wijze waarop deze op middellange termijn kan voldoen aan de vereisten: veiligheid, betrouwbaarheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van contant geld, tegen aanvaardbare kosten. Het onderzoek zal worden uitgevoerd gedurende de eerste helft van 2021 zodat de conclusies beschikbaar zullen zijn in de zomer van 2021.

oja? is dat zo?


Sommige mensen die kun je gewoon niet begrijpen, de gewone normaalverdeling is er niets bij.  Gaat het over een QR code dan is ineens alles een QR code. Gaat het over 5G, dan is alles ineens 5G. Ik ga het hier niet uitleggen, dat kost me te veel moeite. Een boom daar kun je tegen praten, maar die kun je niet vragen een kopje thee voor je te zetten.

Een flinke verandering is toch geen schande?

In juni 2020, amper een half jaar na het begin van de pandemie, staat de wereld er anders voor. Binnen dit korte tijdsbestek heeft VANAF-19 zowel belangrijke veranderingen teweeggebracht als de breuklijnen vergroot die onze economieën en samenlevingen al teisteren. Toenemende ongelijkheden, een wijdverbreid gevoel van oneerlijkheid, toenemende geopolitieke scheidslijnen, politieke polarisatie, stijgende overheidstekorten en hoge schuldenniveaus, ineffectief of niet-bestaand mondiaal bestuur, buitensporige financialisering, aantasting van het milieu: dit zijn enkele van de belangrijkste uitdagingen die vóór de pandemie bestonden. De coronacrisis heeft ze allemaal verergerd. Zou het VANAF-19-debacle de bliksem voor de donder kunnen zijn? Zou het de kracht kunnen hebben om een reeks diepgaande veranderingen te ontsteken? We kunnen niet weten hoe de wereld er over 10 maanden uit zal zien, laat staan hoe het er over 10 jaar uit zal zien, maar wat we wel weten is dat tenzij we iets doen om de wereld van vandaag te herstarten, die van morgen diep zal worden getroffen. In Gabriel Garcia Marquez’ Kroniek van een voorzegde dood voorziet een heel dorp een dreigende catastrofe, en toch lijkt geen van de dorpelingen in staat of bereid om te handelen om het te voorkomen, totdat het te laat is. Dat dorp willen we niet zijn. Om zo’n lot te vermijden, moeten we onverwijld een flinke verandering gang zetten. Dit is geen “nice-to-have” maar een absolute noodzaak. Het niet aanpakken en oplossen van de diepgewortelde kwalen van onze samenlevingen en economieën kan het risico vergroten dat, zoals door de geschiedenis heen, uiteindelijk een herstart zal worden opgelegd door gewelddadige schokken zoals conflicten en zelfs revoluties. Het is onze plicht om de koe bij de horens te vatten. De pandemie geeft ons deze kans: het “vertegenwoordigt een zeldzame maar smalle kans om onze wereld te reflecteren, opnieuw te verbeelden en te herstarten”. [165]

De diepe crisis veroorzaakt door de pandemie heeft ons volop kansen gegeven om na te denken over hoe onze economieën en samenlevingen werken en de manieren waarop ze dat niet doen. Het oordeel lijkt duidelijk: we moeten veranderen; we moeten veranderen. Maar kunnen we dat wel? Zullen we leren van de fouten die we in het verleden hebben gemaakt? Opent de pandemie de deur naar een betere toekomst? Krijgen we ons mondiale huis op orde? Simpel gezegd, zullen we een flinke verandering in gang zetten? Herstarten is een ambitieuze taak, misschien te ambitieus, maar we hebben geen andere keuze dan ons uiterste best te doen om het te bereiken. Het gaat erom de wereld minder verdelend, minder vervuilend, minder destructief, inclusiever, rechtvaardiger en eerlijker te maken dan we haar in het pre-pandemische tijdperk hebben achtergelaten. Niets of te weinig doen is slaapwandelen naar steeds meer sociale ongelijkheid, economische onevenwichtigheden, onrecht en aantasting van het milieu. Als we niets zouden doen, zou dat neerkomen op het toestaan van onze wereld om gemener, verdeelder, gevaarlijker, egoïstischer en gewoon ondraaglijk te laten worden voor grote delen van de wereldbevolking. Niets doen is geen haalbare optie.

Dat gezegd hebbende, een flinke verandering is verre van een voltooide deal. Sommigen verzetten zich misschien tegen de noodzaak om eraan deel te nemen, bang voor de omvang van de taak en hoopvol dat het gevoel van urgentie zal verdwijnen en de situatie snel weer “normaal” zal worden. Het argument voor passiviteit gaat als volgt: we hebben soortgelijke schokken – pandemieën, harde recessies, geopolitieke scheidslijnen en sociale spanningen – eerder meegemaakt en we zullen er weer doorheen komen. Zoals altijd zullen samenlevingen opnieuw opbouwen, en dat geldt ook voor onze economieën. Het leven gaat door! De reden om niet te herstarten is ook gebaseerd op de overtuiging dat de toestand van de wereld niet zo slecht is en dat we gewoon een paar dingen aan de randen moeten repareren om het beter te maken. Het is waar dat de toestand van de wereld vandaag gemiddeld aanzienlijk beter is dan in het verleden. We moeten erkennen dat we het als mens nog nooit zo goed hebben gehad. Bijna alle sleutelindicatoren die onze collectieve welvaart meten (zoals het aantal mensen dat in armoede leeft of sterft in conflicten, het bbp per hoofd van de bevolking, de levensverwachting of geletterdheid, en zelfs het aantal sterfgevallen veroorzaakt door pandemieën) zijn de afgelopen eeuwen voortdurend verbeterd, indrukwekkend in de afgelopen decennia. Maar ze zijn “gemiddeld” verbeterd – een statistische realiteit die zinloos is voor degenen die zich buitengesloten voelen (en zo vaak worden). Daarom kan de overtuiging dat de wereld van vandaag beter is dan ooit tevoren, hoewel correct, niet dienen als een excuus om troost te vinden in de status quo en er niet in te slagen de vele kwalen op te lossen die haar blijven teisteren.

De tragische dood van George Floyd (een Afro-Amerikaan die in mei 2020 door een politieagent werd gedood) illustreert dit punt levendig. Het was de eerste dominosteen of de laatste strohalm die een gedenkwaardig kantelpunt markeerde waarop een opgehoopt en diepgaand gevoeld gevoel van oneerlijkheid door de Amerikaanse Afro-Amerikaanse gemeenschap uiteindelijk explodeerde in massale protesten. Zou het wijzen op hen dat hun lot vandaag de dag “gemiddeld” beter is dan in het verleden, hun woede hebben gesust? Natuurlijk niet! Wat belangrijk is voor Afro-Amerikanen is hun situatie vandaag, niet hoeveel hun toestand is “verbeterd” in vergelijking met 150 jaar geleden toen veel van hun voorouders in slavernij leefden (het werd afgeschaft in de VS in 1865), of zelfs 50 jaar geleden toen trouwen met een blanke Amerikaan illegaal was (interraciale huwelijken werden pas legaal in alle staten in 1967). Twee punten zijn relevant voor een flinke verandering in deze: 1) onze menselijke acties en reacties zijn niet geworteld in statistische gegevens, maar worden in plaats daarvan bepaald door emoties en sentimenten – verhalen sturen ons gedrag; en 2) naarmate onze menselijke conditie verbetert, neemt onze levensstandaard toe en daarmee ook onze verwachtingen voor een beter en eerlijker leven.

In die zin weerspiegelen de wijdverspreide sociale protesten die plaatsvonden in juni 2020 de dringende noodzaak om aan een flinke verandering te beginnen. Door een epidemiologisch risico (VANAF-19) te verbinden met een maatschappelijk risico (protesten), maakten ze duidelijk dat in de wereld van vandaag de systemische connectiviteit tussen risico’s, problemen, uitdagingen en ook kansen ertoe doet en de toekomst bepaalt. In de eerste maanden van de pandemie is de publieke aandacht begrijpelijkerwijs gericht geweest op de epidemiologische en gezondheidseffecten van VANAF-19. Maar in de toekomst liggen de meest consequente problemen in de aaneenschakeling van de economische, geopolitieke, maatschappelijke, milieu- en technologische risico’s die zullen voortvloeien uit de pandemie en hun voortdurende impact op bedrijven en individuen.

Het valt niet te ontkennen dat het VANAF-19-virus vaker wel dan niet een persoonlijke catastrofe is geweest voor de miljoenen die ermee zijn geïnfecteerd, en voor hun families en gemeenschappen. Op mondiaal niveau is de coronacrisis echter , als we kijken naar het percentage van de wereldbevolking dat wordt getroffen, (tot nu toe) een van de minst dodelijke pandemieën die de wereld de afgelopen 2000 jaar heeft meegemaakt. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de gevolgen van VANAF-19 in termen van gezondheid en mortaliteit mild zijn in vergelijking met eerdere pandemieën, tenzij de pandemie zich op een onvoorziene manier ontwikkelt. Eind juni 2020 (op een moment dat de uitbraak nog steeds woedt in Latijns-Amerika, Zuid-Azië en een groot deel van de VS) heeft VANAF-19 minder dan 0,006% van de wereldbevolking gedood. Om dit lage cijfer in context te plaatsen in termen van dodelijkheid, de Spaanse griep doodde 2,7% van de wereldbevolking en HIV / AIDS 0,6% (van 1981 tot vandaag). De pest van Justinianus vanaf het begin in 541 totdat het uiteindelijk verdween in 750 doodde bijna een derde van de bevolking van Byzantium volgens verschillende schattingen, en de Zwarte Dood (1347-1351) wordt beschouwd als tussen 30% en 40% van de wereldbevolking op dat moment. De coronapandemie is anders. Het vormt geen existentiële bedreiging, of een schok die decennialang zijn stempel zal drukken op de wereldbevolking. Het brengt echter om alle reeds genoemde redenen zorgelijke perspectieven met zich mee; in de onderling afhankelijke wereld van vandaag, riskeren ze zich met elkaar te vermengen, hun wederzijdse effecten te versterken en hun gevolgen te vergroten. Veel van wat er gaat komen is onbekend, maar we kunnen zeker zijn van het volgende: in de postpandemische wereld zullen vragen van rechtvaardigheid op de voorgrond treden, variërend van stagnerende reële inkomens voor een overgrote meerderheid tot de herdefiniëring van onze sociale contracten. Evenzo zullen diepe zorgen over het milieu of vragen over hoe technologie kan worden ingezet en bestuurd ten behoeve van de samenleving hun weg naar de politieke agenda forceren. Al deze problemen dateerden van vóór de pandemie, maar VANAF-19 heeft ze zowel blootgelegd voor iedereen om ze te zien als versterkt. De richting van de trends is niet veranderd, maar in de nasleep van VANAF-19 is het een stuk sneller gegaan.

De absolute voorwaarde voor een goede herstart is meer samenwerking en samenwerking binnen en tussen landen. Samenwerking – een “uiterst menselijk cognitief vermogen” dat onze soort op zijn unieke en buitengewone traject zet – kan worden samengevat als “gedeelde intentionaliteit” om samen te handelen naar een gemeenschappelijk doel. [166] We kunnen eenvoudigweg niet verder zonder. Zal het post-pandemische tijdperk gekenmerkt worden door meer of minder samenwerking? Er bestaat een zeer reëel risico dat de wereld morgen nog meer verdeeld, nationalistisch en vatbaar voor conflicten zal zijn dan nu het geval is. Veel van de trends die in het macrogedeelte worden besproken, suggereren dat onze wereld in de toekomst minder open en minder coöperatief zal zijn dan vóór de pandemie. Maar er is een alternatief scenario mogelijk, een scenario waarin collectieve actie binnen gemeenschappen en meer samenwerking tussen landen een snellere en vreedzamere uitweg uit de coronacrisis mogelijk maken. Naarmate de economieën weer op gang komen, is er een kans om meer maatschappelijke gelijkheid en duurzaamheid in het herstel te verankeren, de vooruitgang in de richting van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen voor 2030 te versnellen in plaats van te vertragen en een nieuw tijdperk van welvaart te ontketenen. [167] Wat zou dit mogelijk kunnen maken en de waarschijnlijkheidskansen ten gunste van een dergelijke uitkomst kunnen verhogen?

Het zien van de mislukkingen en breuklijnen in het wrede daglicht van de coronacrisis kan ons dwingen om sneller te handelen door mislukte ideeën, instellingen, processen en regels te vervangen door nieuwe die beter zijn afgestemd op de huidige en toekomstige behoeften. Dit is de essentie van de Flinke Veranderinfg. Kan de wereldwijd gedeelde ervaring van de pandemie helpen om enkele van de problemen te verlichten waarmee we werden geconfronteerd toen de crisis begon? Kan er een betere samenleving uit de lockdowns komen? Amartya Sen, laureaat van de Nobelprijs voor de Economie, denkt van wel en gelooft dat: “De noodzaak om samen te handelen zeker een waardering kan genereren voor de constructieve rol van publieke actie,” [168] als bewijs enkele voorbeelden zoals de Tweede Wereldoorlog die mensen het belang van internationale samenwerking hebben doen beseffen, en landen zoals het VK overtuigen van het voordeel van beter gedeeld voedsel en gezondheidszorg (en de uiteindelijke oprichting van de verzorgingsstaat). Jared Diamond, de auteur van Upheaval: How Nations Cope with Crisis and Change, is van dezelfde mening en hoopt dat de coronacrisis ons zal dwingen om vier existentiële risico’s aan te pakken waarmee we collectief worden geconfronteerd: 1) nucleaire bedreigingen; 2) klimaatverandering; 3) het niet-duurzame gebruik van essentiële hulpbronnen zoals bossen, zeevruchten, bovengrond en zoet water; en 4) de gevolgen van de enorme verschillen in levensstandaard tussen de volkeren van de wereld: “Hoe vreemd het ook mag lijken, de succesvolle oplossing van de pandemische crisis kan ons motiveren om die grotere problemen aan te pakken die we tot nu toe niet onder ogen hebben gezien. Als de pandemie ons eindelijk voorbereidt om met die existentiële bedreigingen om te gaan, kan er een zilveren randje zijn aan de zwarte wolk van het virus. Onder de gevolgen van het virus zou het de grootste, de meest blijvende kunnen blijken te zijn – en onze grote reden voor hoop”. [169]

Deze uitingen van individuele hoop worden ondersteund door een veelheid aan enquêtes die concluderen dat we collectief verandering verlangen. Ze variëren van een peiling in het Verenigd Koninkrijk waaruit blijkt dat een meerderheid van de mensen de economie fundamenteel wil veranderen terwijl deze zich herstelt, in tegenstelling tot een vierde die wil dat het terugkeert naar hoe het was, [170] tot internationale enquêtes waaruit blijkt dat een grote meerderheid van de burgers over de hele wereld wil dat het economisch herstel van de coronacrisis prioriteit geeft aan klimaatverandering [171] en een groen herstel ondersteunt. [172] Wereldwijd nemen bewegingen toe die een “betere toekomst” eisen en oproepen tot een verschuiving naar een economisch systeem dat prioriteit geeft aan ons collectieve welzijn boven louter bbp-groei.

We staan nu op een kruispunt. Eén pad zal ons naar een betere wereld leiden: inclusiever, rechtvaardiger en met meer respect voor Moeder Natuur. De andere neemt ons mee naar een wereld die lijkt op de wereld die we zojuist hebben achtergelaten – maar erger en constant achtervolgd door vervelende verrassingen. We moeten het dus goed doen. De dreigende uitdagingen kunnen meer gevolgen hebben dan we ons tot nu toe hebben voorgesteld, maar ons vermogen om te herstarten zou ook groter kunnen zijn dan we eerder hadden durven hopen.

NOOT:

Automatische vertaling met handmatige correcties van de conclusie van het boek http://reparti.free.fr/schwab2020.pdf
Hier het andere boek van KS
https://law.unimelb.edu.au/__data/assets/pdf_file/0005/3385454/Schwab-The_Fourth_Industrial_Revolution_Klaus_S.pdf

Ik ga hier zelf geen commentaar op geven. In de boek3n van K.S. is geen enkele keer een een verwijzing voorgekomen naar “Basic Income” “Citizens Dividend” ‘Freedom Dividend” “ownership” “you own nothing”.
Ik heb zelf alleen de conclusie gelezen, en daaruit maak ik geen samenzwering op, alleen een uitdaging voor wereldverbetering.

Maar  misschien krijg je een ander idee na het zien van dit filmpje: